Geen enkele verzekeraar is immuun voor fraude. Een fraudeur is altijd op zoek naar manieren om onder de radar te blijven en op deze manier ongezien misbruik van verzekeraars te maken. Ondanks dat fraude steeds beter wordt aangepakt en het bewustzijn groeit, vinden veel fraudeurs toch de zwakke plekken bij verzekeraars. Bovendien zijn ze niet gebonden aan slechts een maatschappij en vinden fraudeurs hun weg naar meerdere verzekeraars (tegelijk).
Wordt de schade vertaald naar harde cijfers dan kost dit wereldwijd miljarden per jaar. Dit resulteert in hogere premies voor de polishouder terwijl de fraudeur de vruchten plukt. De reactie vanuit verzekeraars zijn investeringen op fraudegebied van zo’n €200 miljoen.
Fraude wordt serieus genomen
Het goede nieuws is dat de strijd tegen fraude serieus wordt genomen.
De verzekeringsbranche timmert hard aan de weg om verbeterslagen aan te brengen in zowel detectie als preventie van fraude. Alles begint bij de bewustwording. Een groot aantal initiatieven zijn de laatste jaren ontplooit, zoals gedeelde fraude databases en toegewijde speciale eenheden. Dit zorgt al voor een verbetering in de bestrijding van fraude. Daarnaast komt er steeds meer hulp vanuit de politie, zodat fraudeurs niet alleen opgespoord kunnen worden maar ook daadwerkelijk bestraft.
De uitdaging in het geheel ligt in de coordinatie van de initiatieven. Nieuwe databases zullen niet direct alle mogelijke fraudehistorie en zaakgeschiedenis bevatten. Een nieuwe standaard moet ook de enige zijn. Verder zal communicatie tussen fraudeteams, claim handelaren, tussenpersonen en juridische organen gestroomlijnd moeten worden.
Initiatieven worden over de gehele branche ontplooit. Toch valt op dat de voertuigen-tak het meest ontwikkeld is. Gelet op de bedragen en aantallen fraudepogingen, met in 2015 elke 3 uur een nieuwe crash-for-cash claim, is dit zeer begrijpelijk. Gelukkig worden ook inboedel-, reis- en huisdierverzekeraars wakker.
Data is essentieel
Om fraude in een vroeg stadium te kunnen ontdekken is het belangrijk dat zoveel mogelijk verzekeringsinformatie gedeeld wordt. Sommige bedrijven zijn hier huiverig om omdat gedacht wordt dat dit delen hun concurrentiepositie zal benadelen. Deze concurrentiepositie zou echter meer in de bedrijfsprocessen dan in de data moeten zitten. Hoe meer fraudedata gedeeld wordt, hoe meer de gehele branche daar voordeel van heeft.
De kracht ligt hier in de enorme hoeveelheid data die de verzekeraars samen kunnen brengen. En hoe meer data beschikbaar is, hoe beter patronen en potentiele fraude geidentificeerd kunnen worden. Omdat fraudeurs niet gebonden zijn aan een maatschappij of product is het logisch dat ze pogingen wagen bij meerdere maatschappijen. Dit betreft dan wel de georganiseerde misdaad -een verzekerde die zijn niet gestolen zonnebril claimt zal een maatschappij eerder ‘trouw’ blijven. Zij brengen echter ook lagere risico’s mee.
Sommige initiatieven zijn al succesvol. In Engeland wordt bijvoorbeeld gewerkt aan de lancering van een nieuw platform om fraude te delen. Deze “Insurance Intelligence Hub” is complementair aan het reeds bestaande “Insurance Fraud Register”. In totaal vormen deze daarmee een belangrijk wapen tegen fraude. In Malta werken verzekeraars al samen en wordt fraudedata en zaakinformatie gedeeld. Resultaat: een stijgend aantal bewezen fraudezaken. Bovendien kunnen de Maltese verzekeraars middels het analyseren van patronen fraudecirkels ontdekken voordat deze echt schadelijk worden.
Het moment is daar
Gezien het groeiende momentum op het gebied van fraudebewustzijn lijkt het moment daar om echte samenwerkingsstappen te maken. Het belang van commerciele redenen mag niet opwegen tegen de voordelen die samenwerkingen kunnen bieden. En dat die voordelen er zijn moge duidelijk zijn. Als ideeën naar acties worden vertaald zal dit de branche en de polishouders veel geld kunnen besparen. Geld dat anders in het frauderiool verdwijnt. Samen kunnen verzekeraars een sterk voorbeeld stellen om fraudeurs voor te blijven. Fraudebestrijding wordt steeds meer onderdeel van het DNA, niet alleen in de top, maar door de gehele organisatie en tussen organisaties onderling. En dat is precies de juiste weg om in te slaan.
Bron: Postonline